20 november 2009

Spiegelkarperproject uitzetting

De Amstelboezem en de Zuidelijke Randmeren zijn weer wat spiegels en schubs rijker. Voor mij was dit de eerste keer dat ik getuige was van dit proces. Ondanks de regen en kou was de stemming onder het groepje enthousiastelingen en toegewijden opperbest. Zelf heb ik drie spiegeltjes 'geadopteerd' en twee vismaten hebben er van mij elk drie cadeau gekregen. Vond het een origineel cadeau voor mijn vismaten! Buiten het feit dat je helpt het spiegelkarperbestand in stand te houden, krijg je ook nog eens leuke informatie toegestuurd als je adoptievis gevangen wordt. Jij en de vanger krijgen dan bijvoorbeeld info over groei en verblijf (aan de hand van de vangsthistorie van de vis). De jacht op deze spiegels gaat zeker deel uitmaken van mijn visserij!

Dit jaar zijn de vissen uitgezet in:
Nieuwe Meer 44 spiegels (Rijnlands boezem)
Binnen IJ 45 spiegels (Amstelboezem)
Amstel Uithoorn 45 spiegels (Amstelboezem)
Gaaperplas 30 spiegels (plus 25 edelschubs)
Amstelveense Poel 36 spiegels (plus 25 edelschubs)
Noorder IJplas 25 spiegels (plus 25 edelschubs)





Het zwembad waar de vissen werden geselecteerd.





De bekende plankfoto van de linkerflank van de vis

Mijn 3 adoptiespiegels:




Voor meer informatie over spiegelkarperprojecten: http://www.spiegelkarperprojecten.nl/

11 november 2009

Winters eureka

Om alvast in de stemming te komen een sessieverslag uit vervlogen tijden

Het is december en koud. Wolkjes verlaten mijn mond als ik nahijgend van de wandeling de omgeving in me opneem. Het eerste vroege daglicht schijnt tussen de kale takken door. Een lichte mist hangt tot een paar meter boven de grond tussen de bomen. Een dun vliesje ijs bedekt op sommige plaatsen het water en daar waar de zon tot op de grond doordingt glinstert de rijp. Enkele Schotse Hooglanders doemen op uit het diffuse licht en beginnen op een afstandje van mij te grazen. Ze slaan geen acht op mij. Voor even besef ik weer extra waarom ik zo kan genieten van mijn hobby.
Het is tijd om in actie te komen. Het plan is om onder een rij bomen te voeren waar vanaf ’s morgens vroeg de zon op staat, uiteraard met de achterliggende gedachte dat de karpers daar rust hebben, zich veilig voelen en zich aan de verwarmende zonnestralen zullen laven. Ik zal meerdere kleine plekjes maken om zodoende proberen uit te vinden waar de vissen zich ophouden. Daar kan ik dan de rest van de winterperiode mijn voordeel mee doen. Onder de bomen is het water net anderhalve meter diep, twee meter uit de kant loopt, evenwijdig aan de kant, een richel waar het plots afloopt naar ongeveer twee meter. Op de plekken waar de zon tussen de takken door op het water valt kan ik tot op de bodem kijken. Die is bedekt met afstervende bladeren in allerhande kleuren.
Om de twintig meter voer ik een handje van een mengsel van maïs en doperwten uit blik, en mini- pellets.